Op weg naar Villavicencio: Colombia op z’n best

Op 88 kilometer afstand vanaf Bogota ligt ‘tierra caliente’ Villavicencio. Een gewild uitstapje voor Bogotanen die een lang weekend willen invullen als mini-vakantie.
Wie de afstand op papier ziet – 88 kilometer zegt ons navigatiesysteem- denkt: ‘oh, dat is een uurtje rijden. Onze routehulp geeft echter een rijtijd aan van ruim twee uur. Kennissen die recent nog in Villavicencio (gelegen ten zuidoosten van Bogota) zijn geweest reppen echter over vier uur. We wuiven dat nog weg met ‘dan kunnen we net zo goed gaan fietsen’. Voordat we Bogota doorkruist zijn, is al bijna anderhalf uur verstreken. Het rijdt op zich nog best aardig door, maar de vele stoplichten, kleine opstoppingen en een heuse file omdat de rijbaan als laad- en losplaats wordt gebruikt, eisen toch hun tol. We verlaten Bogota via een van de arme wijken, tegen de berg gebouwd. Op straat is het er razenddruk. Je ziet de armoede ervanaf (de stoepen hebben plaatsgemaakt voor zandvlaktes, de huisjes zijn eenvoudig), maar het gekrioel tussen de vele straatverkopers door, heeft ook wel iets gezelligs.
Groene wereld
Zo druk als het bij het uitrijden van de hoofdstad is, zo rustig is het een paar kilometer verderop. We hebben eerst wat hoogtemeters gemaakt om daarna wat te zijn gedaald en we bevinden ons in een andere – heel groene – wereld. We betalen bij het eerste tolpoortje meteen voor de drie komende tolwegen en zigzaggen over het smetteloze asfalt door schitterende valleien. De bergen doemen soms zo hoog en nabij op, dat je niet meer weet waar je kijken moet, zo mooi.
Veewagen
We hebben geen haast, maar op sommige stukken eenbaansweg gaat het wel erg langzaam. Wie achter een oude truck zit – wij hebben dat ‘geluk’ al snel – komt er door de vele bochten haast niet meer voorbij. Of je moet willen inhalen met grote risico’s. We zien de snelheid op het navigatiesyteem schommelen tussen de 11 en 15 km/u op de steilste stukken. Na dik twintig minuten boemeltje spelen achter de veewagen, komt er eindelijk een rijbaan bij. We stuiven langs de veeboer.
Infrastructuur
De vaart zit er goed en nu we Villavicencio naderen komen we steeds meer tunnels (tot wel 4 kilometer lang) tegen. Door een flink aantal kunnen we niet heen – ze zijn nog in aanbouw – maar door anderen weer wel. Hier zie je dat Colombia flink investeert in de infrastructuur, een van de paradepaardjes van President Santos. Hij wil zeker 25 miljard investeren in meer en betere wegen, om zo de economie verder te ontsluiten.
Even verderop zijn we ook even het slachtoffer van zijn dadendrang. Vanuit het dal doemen twee gigantische bouwkranen op – hoe hebben ze in godsnaam daar gekregen? – die aan het fundament werken voor een brug. Op het moment dat de kranen draaien kan er geen verkeer rijden over de al bestaande weg, dus we sluiten aan in een fikse file.
Familiehotel
Na ruim vier uur hollen en stilstaan komen we aan bij plattelandshotel Duranta, een kilometer of zes buiten Villavicencio (rapportcijfer 8,5 bij Booking.com). Het zwembad lacht ons toe – het is ruim dertig graden – en na een duik kunnen we er weer tegenaan. Dit is echt zo’n kleinschalig familiehotelletje waar je even kunt relaxen na een drukke werkweek in de hoofdstad. Het personeel is vriendelijk en attent en de kamers en zwembad prima, al laat het restaurantje wat steken vallen. Niet geheel ongebruikelijk buiten de grote stad.
Op de ‘drukke’ zaterdag zijn vijf tafels bezet, en de twee obers hebben er behoorlijk veel moeite mee om iedereen goed te bedienen. Terwijl ze toch ruim de tijd krijgen van de kok, want die is ook niet erg rap. We zijn hier in Los Llanos zoals de provincie Meta ook wordt genoemd, en daar gaat het allemaal net ietsjes gemoedelijker dan in de grote stad. De kaart is een wonderlijke mix van kippenvleugels (gortdroog), ceviche (veel te zuur), spaghetti (met een garnering van witbrood) en een aantal wokgerechtjes (te doen, dus kies deze). Voor de fijnproevers is een ritje naar het centrum van de stad dus een aanrader, want bij Duranta ontstijgen de kookkunsten de gemiddelde hobbykok niet.
Lees ook: Groot-Bogota: 10 dag- en overnachttips vanuit de hoofdstad
To do
Hier rondom Villavicencio kun je aantal dingen doen. Het voornaamste is lekker luieren langs het zwembad van je hotel, maar een dagtochtje naar het dierenpark Ocarros behoort ook tot de mogelijkheden. Het is 40 minuutjes rijden (je rijdt een stuk door het levendige stadje Villavicencio heen) en het park is een mooi groen gelegen dierentuin met alleen dieren die je in Colombia kunt vinden. Met onder meer aapjes, krokodillen, panter-achtigen, slangen en (roof)vogels is er genoeg te zien. Dankzij het centrale meertje, het zicht op de bergen, hoogteverschillen en veel groen is het hier heerlijk wandelen. Kies wel net als wij voor een bewolkte dag, waardoor het kwik onder de 30 graden zakt. Heel schattig: bij de ingang kun je een zakje eendenvoer kopen, die je bij het meertje aan de eendjes kunt geven. Er komen daar ook veel schildpadden op af die met de eenden strijden om een hapje. De vlugge eenden winnen de strijd echter steeds van die trage schildpadden.
Apart om te zien is dat naast de apen die in kooien zitten er ook gewoon aapjes te vinden zijn in de bomen. Of het om ontsnapte aapjes gaat, weten we niet, maar kijk dus goed of je ze kunt zien, want ze zijn wel zo leuk.
Als toerist naar Villavicencio. Waarom wel of niet?
Hoewel Villavicencio voor de Bogotaan een prettig weekend-uitstapje is, betekent dat niet automatisch dat het ook een toeristentrekpleister is voor de Europese reiziger. De meeste Colombia-gangers verblijven immers 3 of 4 weken in dit land en dan moet je keuzes maken wat je wilt zien. Is Villavicencio een must? Nee, dat niet. Verdoe je dan je tijd als je er wel naar toe gaat? Ook dat zeker niet. Sowieso is de reis er naar toe magistraal. Bogota uitrijden en dan plots het imponerende groen induiken in indrukwekkend. Verder is Villavicencio zelf als provinciestadje niet heel bijzonder, al is het wel leuk om de bedrijvigheid te zien. En even in 30 graden verblijven met een zwembad aan je voeten is ook geen straf, al vind je die combinatie natuurlijk veel vaker in Colombia. Dierenpark Ocarros is wel erg leuk, maar niet meteen een bucket-list item. Kortom, heb je aan het eind van je reis nog een paar daagjes over in Bogota en heb je de stadse hotspots en Villa de Leyva al gezien? Dan behoort een uitstapje naar Villavicencio tot de mogelijkheden. Probeer wel de ‘puentes’ (lange weekenden vrij) te mijden, want dan is het druk op de weg en in de hotels.
Beeld: Colombiablog, Marco Parra (Flickr.com), FamiliaBV (Flickr.com).