Bogotá: de eeuwige strijd tegen de slechte wegen

Als je net bent geland in Bogotá valt je één ding gelijk op: de slechte staat van de wegen. Je taxi slingert niet omdat de chauffeur gedronken heeft, maar om de kraters in het asfalt te ontwijken.
In Bogotá kan het zomaar zijn dat je voorganger in het verkeer plots keihard remt. Of opeens uitwijkt. Dat is vaak het gevolg van flinke deuk in het asfalt. Die gaten zijn zo groot en diep dat als je ze niet ontwijkt, ze een lekke band of gebroken ophanging kunnen veroorzaken. Hoe groot het probleem is blijkt wel uit de overheidscijfers van maart vorig jaar: van de ruim 15.000 kilometer aan asfalt die in Bogotá ligt, wordt meer dan één derde bestempeld als slecht: zo’n 5.000 kilometer.
Gatenkaas
Vorig jaar werd de campagne ‘Bogotá zonder gaten’ geïntroduceerd door de gemeente. In 10 maanden tijd zouden 90.000 gaten gedicht worden. Met het monsterproject zou ongeveer driekwart van de slechte wegen omgetoverd worden tot goed begaanbare wegen.
We zijn nu ruim een jaar verder en om te zeggen in hoeverre het plan geslaagd is, is moeilijk te zeggen. Nog altijd zijn er ontelbaar veel diepe gaten in het wegdek te vinden. Sommige zijn waarschijnlijk gewoon niet opgevuld tijdens de mega-operatie en andere zijn weer nieuw. Bij ons in de straat zijn er de laatste maanden ook weer nieuwe gaten bij gekomen. Dat was eerst een kleine oneffenheid, maar door het drukke stadsverkeer – waaronder zware bussen en vrachtwagens – en het gebrek aan snelle lapmiddelen zijn die plekken uitgesleten tot al aardig diepe kuilen. Diep genoeg om je auto op stuk te rijden.
Lapmiddelen
Het meest recente plan is al weer het vierde in 14 jaar tijd. Elke burgemeester van Bogotá – dat waren er niet toevalligerwijs ook vier in dezelfde tijdsspanne – had z’n eigen ‘Bogotá zonder gaten’-campagne. In de praktijk zijn het vooral lapmiddelen,want om de wegen echt als een biljartlaken te krijgen – in Medellin hebben ze dat overigens wel, dus het kan – moet er uit een ander vaatje worden getapt: een nieuw laagje asfalt voor heel de stad dat vervolgens goed onderhouden wordt. Het liefst in combinatie met het verminderen van het autoverkeer. Maar daar is veel geld en tijd voor nodig, twee zaken die nog vaak ontbreken.
Foto: Mauricio León / EL TIEMPO