Bogota: het juiste begin (of eind) van elke Colombia-reis

Bogota is weids. Zover je kijkt bebouwing. De plek om dat te ervaren is vanaf Monserrate. Maar de hoofdstad heeft nog veel meer mooie plekjes.
#1 Monserrate – de stad in een oogopslag
Het hooggelegen klooster Monserrate (op zo’n 3.000 meter) is zo’n typische dag één locatie. Met de jetlag nog in de benen, brengt de kabelbaan je naar deze prachtige oase van rust met uitzicht over de uitstrekkende stad. Monserrate laat zich goed combineren met een bezoek aan het wereldberoemde goudmuseum, het Botero-museum en de oudste wijk van de stad: La Candelaria.
#2 Goud museum (Museo del oro) – rijke historie blinkt je tegemoet
De Inca’s en Maya’s zijn wereldberoemd. Maar Colombia doet met haar diverse oude beschavingen – zoals de Muisca – daar niet voor onder. Het Goud Museum laat onder meer zien hoe deze prekoloniale volken leefden. Met goud als rode draad. Prachtig is het verhaal van El Dorado, het gouden stamhoofd van de Muisca. Een heb je de smaak te pakken? Naast het Goud Museum leert je alles over de wereldberoemde Colombiaanse kunstenaar Botero.
#3 La Candelaria
De charmante straatjes met kinderhoofdjes, de kleurrijke huizen en de vele restaurantjes en barretjes: La Candelaria – de oudste wijk van de stad (1530) – heeft meer dan voldoende aantrekkingskracht. Bovendien op loopafstand van veel van de 50 musea die de stad rijk is.
#4 Usaquen
Zeker in het weekeinde doet Usaquen – gelegen ten oosten van Carrera 7 tussen Calle 116 en Calle 127 – je denken aan een idyllisch Frans dorpje. Gezellige doorgangetjes, leuke pleintjes en overal straatartiesten en marktjes. Een goede plek voor een zondaglunch na de Ciclovia (tip 5).
#5 Ciclovia
Elke zondagochtend (tot de vroege middag) zijn tal van belangrijke verkeersaders afgesloten voor gemotoriseerd verkeer. Het is dan Ciclovia. Zoals de naam doet vermoeden stapt heel Bogota op de fiets (ciclo) maar de wegen worden net zo goed bevolkt door joggers, ouders met kinderen, wandelaars, skaters en al wat dan niet meer. De Ciclovia is gezellig druk maar je moet minimaal net zo goed uitkijken als in Amsterdam in de spits. Gezellig staat namelijk synoniem voor lichtelijk chaotisch. Fietsen zijn op diverse plekken te huren en een van de mooiste stukken is La Septima.
Buiten Bogota
Bogota te klein? Ook buiten de hoofdstad verveel je je niet.
Laguna de Guatavita
Voor wie achter de mythe van El Dorado wil komen: op 50 kilometer ten noordoosten van Bogota ligt het perfect ronde meer van Guatavita. in dit meer offerden de Muisca-indianen hun goud. Zie je iets glinsteren?
Villa la Leyva
Met zijn immense vierkante centrale plein vol kasseien is Villa de Leyva – op zo’n 4 uur rijden buiten Bogota – een toonbeeld van een typisch koloniaal Colombiaans dorpje. Zestig jaar geleden werd Villa de Leyva uitgeroepen tot nationaal monument, waardoor hier – wat een verademing – geen moderne architectuur te vinden is. Een aanrader: hiken, paardrijden of fietsen door de prachtige omgeving.
Chicaque
Ongeveer 20 kilometer ten westen van Bogota is het fijn hiken in Parque Natural Chicaque, waarbij de bergtoppen (rond de 3.000 meter) zich letterlijk in nevel hullen. Na de hike is het mogelijk om per jeep naar de uitgang te worden gebracht. Teruglopen kan, al is dat gezien de behoorlijk steile trappen alleen weggelegd voor diegenen met een betere conditie.
Zipaquira
Een echte aanrader is de adembenemende zoutkathedraal van Zipaquira, zo’n 50 kilometer buiten de stad. In een vroegere zoutmijn is ondergronds een kathedraal uitgehakt die door z’n fraaie verlichting iets mythisch meekrijgt.