Colombia in 10 wonderen der natuur

De wonderschone natuurdocumentaire Colombia: Wild Magic is sinds kort op Netflix te vinden. Een waarschuwing vooraf: na afloop ga je gelijk een ticket boeken, want je krijgt onder meer dit te zien:
#1 Roze dolfijn
Met z’n roze kleur spreekt de orinicodolfijn zeer tot de verbeelding. Deze rivierdolfijnen kun je alleen vinden in het stroomgebied van de Orinoco en de amazone. Hoewel het water troebel is in deze rivieren, is het voor de orinicodolfijn geen enkel probleem om voedsel te vinden, want daarvoor gebruikt het echo-locatie. De orinocodolfijn speelt overigens een belangrijke rol in de cultuur van de plaatselijke indianenstammen. Zo zou hij beeldschoon kunnen zingen. En hij kan veranderen in een prachtige vrouw. Een femme fatale wel te verstaan, want het doel van de transformatie is om vissers mee te voeren naar de rivierbodem. Je bent gewaarschuwd!
#2 Caño Cristales
Colombia is ook een heuse regenboogrivier rijk. De Caño Cristales neemt onder meer de kleuren rood, geel, groen, blauw en zwart aan dankzij de de Macarena Claveria, een waterplantje dat in de regenboog zijn grote voorbeeld ziet.
#3 Jaguar
In de riviervalleien van Colombia kun je de prachtige jaguar tegenkomen. Hoewel je de grootste katachtige in Latijns-Amerika zo zou willen aaien, is dat vanzelfsprekend geen aanrader. Zijn kaken zijn het krachtigste van alle katachtigen. Zo kan hij met één beet z’n prooi – een fors zwijn – doden.
#4 De Verloren Stad
La Ciudad Perdida, ofwel De Verloren Stad, werd pas in 1970 teruggevonden. De stad, goed verborgen in het regenwoud van Noord-Colombia, gaat terug tot voor het Inca-rijk en diende bijna 1.000 jaar lang als handelscentrum. Een hike kost drie dagen heen en drie dagen terug. Dankzij die eigenschap is de Verloren Stad zeer toeristen-luw! Naar het schijnt bezoeken net zo veel mensen La Ciudad Perdida in een jaar als Machu Picchu in één dag.
#5 Kolibri
De kolibri kun je zelfs aantreffen in een park in Bogotá, maar in de vrije natuur heb je nog veel meer kans om één van de liefst 147 soorten aan het werk te zien. De vrolijk gekleurde vogeltjes zijn echt sensationeel, zo slaan ze de vleugels gemiddeld 60 keer per seconde. Eveneens opzienbarend: ze kunnen tot wel 5.000 bloemen per dag bezoeken. Dat is wel nodig ook, want al dat vleugelgewapper kost ongelooflijk veel energie. Ze eten tot tweemaal hun lichaamsgewicht.
#6 Páramos
Net buiten de hoofdstad Bogotá vind je het natuurpark Chingaza. Het is een van de gebieden waar je páramos kunt vinden. Deze planten onttrekken vocht uit mist en wolken via condensatie. De kleine donshaartjes op de bladeren zijn er goed voor. Ook absorberen ze het water van de gletsjers. Sommige planten kunnen tot wel 40 procent van hun gewicht in water opnemen. De páramos worden dan ook gezien als gigantische sponzen.
#7 Sierra Nevada de Santa Marta
Dat Colombia veel bergen telt, zal niemand verbazen. Maar de Sierra Nevada de Santa Marta is wel heel bijzonder, omdat ze uit de grond omhoog schiet op slechts op 4,2 kilometer uit de kust. Daarmee zijn het de hoogste bergen in een kuststreek ter wereld.
#8 Gouden pijlgifkikker
De gouden pijlgifkikker komt alleen in Colombia voor. Sterker nog, alleen in de supernatte Choco-regio. Dankzij een dieet van giftige mieren en termieten is hij niet gewoon giftig, maar hypergiftig. Het goudkleurige kwakertje is helaas ernstig bedreigd, zoals wel meer dieren in Colombia.
#9 Waspalmen van de Quindio
Een van de iconische beelden van Colombia een aantal waspalmen op een rij. Doordat de palmen wel 60 meter hoog reiken, zijn ze zeer sierlijk om te zien. Helaas staan ze niet alleen symbool voor de bijzondere biodiversiteit die Colombia rijk is, maar ook om het verval daarvan. Ze stonden namelijk ooit in een weelderig bos. Maar dat is gekapt. De beroemde waspalmen zullen binnen één generatie verdwenen zijn.
#10 Bultrugwalvis
Walvissen spotten voor de kust van Colombia. Kan dat echt? Jazeker. De bultrugwalvis zwemt maar al te graag van de koude wateren van het Antarctisch schiereiland langs Zuid-Amerika en houdt dan in juni een stop juni in een verborgen hoekje in het Utria National Park in Choco.
Bonus: #11 Drievingerige luiaard
We hadden 10 Colombiaanse wonderen der natuur beloofd, maar als je land ook talloze vlindersoorten herbergt, naast onder meer de rode ibis, zombiekrab, condor, anaconda en capibara (het grootste knaagdier ter wereld), is zo’n shortlist haast onmogelijk om te maken. Daarom nog een bonus: de luiaard. Want hoe aandoenlijk wil je het hebben? De luiaard – of in het Spaans ‘oso peresozo’ – woont net als de bultrugwalvis in Choco. Zijn lievelingskostje is de frivole pseudobombax; een bloem die hij het liefst vers eer. Hij loopt langzaam – het is immers een luiaard – maar legt wel behoorlijke afstanden af op zoek naar z’n geliefde gerecht. Hij is bijna net zo’n veelvraat als de kolibiri, want hij eet twee derde van zijn gewicht. Vervolgens doet hij er langer dan een maand over om z’n koningsmaal te verteren. Dierensmokkelaars hebben het helaas op deze schattige dieren voorzien, maar als huisdier zijn ze natuurlijk niet geschikt. Ze sterven vrijwel altijd snel in gevangenschap.
Beelden: Flickr.com Creative Commons: Kolibri – Senorhorst Jahnsen / Jaguar – Andres Atehortua