Colombia: een nieuw imago

Colombia: een nieuw imago

Colombia is hard op weg haar leven te beteren. Maar het komt van ver.

Om te beseffen hoe Colombia aan z’n slechte naam komt, een kleine geschiedenisles vooraf. In 1499 is het niet naamgever Christopher Columbus die voet aan wal zet in Colombia, maar reisgenoot Alonso de Ojeda. De rijkdom die Ojeda in 1499 aanschouwt bij de indianen leidt al snel tot verschillende – weinig zachtzinnige – Spaanse expedities. De steden Santa Marta (1525) en Cartagena (1533) in het Caraïbische noorden worden gesticht en in 1538 volgt de latere hoofdstad Bogota. Pas in 1810 bevrijdt Simon Bolivar de regio en wordt Colombia onafhankelijk.

Burgeroorlog

De geschiedenis van Colombia blijft daarna tumultueus en uiterst bloedig. Grote onenigheid tussen de Liberale en Conservatieve partij ontspruit rond 1900 in een burgeroorlog. In duizend dagen worden 100.000 mensen gedood. Waar na de Tweede Wereldoorlog de westerse wereld denkt aan opbouw en pacifisme, slaat in Colombia de vlam nog heftiger in de pan. De oude tegenstellingen tussen de immense boerenbevolking en een kleine machtige elite van grootgrondbezitters is de aanzet tot de Violencia, die tot ver in de jaren zestig duurt en zelfs 300.000 mensenlevens eist. In die tijd, in 1964, vindt de FARC zijn oorsprong. De guerrillagroepering met Communistische wortels vecht namens de boeren tegen de grootgrondbezitters. Als in de jaren zeventig de cocaplant – de basis voor cocaïne – als nieuw gewas wordt ontdekt, verandert alles. De teelt en handel van coca wordt een belangrijke inkomstenbron voor de FARC. De rijkdom die daaruit vloeit wordt onder meer besteed aan het kopen van wapens en opnieuw volgt een geweldexplosie.

En dan is daar – over imagoschade aan je land gesproken – nog ene Pablo Escobar. Met zijn kartel beheerst hij tot begin jaren negentig een groot deel van de totale wereldproductie in cocaïne. Onder zijn ‘bewind’ vormen Cali en Medellin de moordhoofdsteden van de wereld.

Betere tijden

Het bovenstaande biedt niet gelijk de urgentie het vliegtuig in te stappen en het land te leren kennen. Maar de recente geschiedenis van Colombia schetst een heel ander beeld. In 2002 wordt Alvaro Uribe president. Zijn keiharde aanpak van de drugshandel en de guerrillabeweging heeft effect. Zijn opvolger Juan Manuel Santos trekt de lijn door. Inmiddels is de Colombiaanse regering al twee jaar in gesprek met FARC over vrede. En ook niet onbelangrijk voor de stabiliteit in een land: de economie groeit al jaren met gemiddeld vijf procent per jaar. Met andere woorden: Colombia is hard op weg zijn slechte naam van zich af te schudden.