Een Colombiaanse bankrekening had ik nog niet. Totdat ik erachter kwam dat de rente op je spaarrekening oploopt tot meer dan 7 procent. Dat is weer eens iets anders dan dat kwart procentpuntje dat je in Nederland krijgt. Op basis van mijn cedula – het identiteitsbewijs annex verblijfsvergunning – kon ik de rekening openen. Gelijk gebruiken was er niet bij, want vanwege die status – buitenlander – moesten mijn identiteitspapieren eerst gecontroleerd worden op een ander kantoor. Of ik over een paar dagen terug wilde komen.
Dat was vandaag. Mijn ID was door de screening gekomen, dus ik kon een bankpasje krijgen. Na het nodige papierwerk en de altijd terugkerende vingerafdrukken – zowel digitaal als met een stempelkussentje – kon ik het pasje gelijk ophalen bij een andere balie in het bankgebouw. Op het pasje staat een nummer, maar dat is niet mijn rekeningnummer. Nee, dat is het pasnummer. Je rekeningnummer wordt op een papiertje geschreven en aan jou de taak dat papiertje maar goed te bewaren. Geld storten kon ook, maar dan moest ik naar een andere balie – met dat vodje met mijn rekeningnummer erop – en het geld afgeven. Een automatische telmachine gaf uitsluitsel van het totaalbedrag en mijn eerste pesos waren gestort.
De pinpas is automatisch voorzien van een standaard pincode, dus die moest ik in de geldautomaat eerst aanpassen. Voor de hand ligt dat je je geboortedatum opgeeft als viercijferige code, maar dat is niet slim leerde ik van een Nederlandse collega. Hij is een paar jaar geleden beroofd van zijn portemonnee op een treinstation en al snel was er een hoop geld van zijn rekening verdwenen. Het is namelijk zo gebruikelijk onder pinpasbezitters om hun geboortedatum als pincode te gebruiken dat zakkenrollers dat als eerste intoetsen.
De pinpas weigerde echter dienst. De toegesnelde bankmedewerkster legde uit dat ik op een bepaalde manier de pas in het apparaat moest stoppen. Mijn opmerking dat ik vaker gepind had en dat ik nooit problemen had met het insteken van de pas, werd weggewuifd. De vriendelijke medewerkster deed voor hoe het dan wel moest. Op precies dezelfde wijze stopte ze de pinpas in de machine, en…..hij werkte niet.
Een vervangende pinpas moest het euvel oplossen. Weer het bankgebouw in, weer handtekeningen en vingerafdrukken geven en wederom een nieuw pasje….dat het op z’n beurt ook niet deed. Dat is al de achtste vandaag, mompelde de bankmedewerkster nog. Met bankpas nummer drie ging alles wel goed. Ik kan nu eindelijk sparen met een goede rente en pinnen naar hartenlust.
Bankzaken in Colombia: wat opvalt:
- Aan banken en pinautomaten geen gebrek. Betalen gaat vooral cash, dus er is veel vraag naar banken die dat cashgeld leveren.
- Er werken vooral vrouwen bij de bank. Niet erg, maar waarom is dat?
- De portier annex bewaker van de bank vraagt je meestal wat je komt doen. Nou, niet mijn haar laten knippen.
- Het geweer van de bewaker is vaak dubbelloops en enorm afschrikwekkend.
- Er zijn meerdere loketten, die je vaak allemaal langs moet. Zo is er een loket voor de aanvraag van een product.
- Een loket voor de afgifte van je bankpas en een loket voor het tellen van je geld.
- Er staat altijd een wachtrij.
- Je bankrekeningnummer staat niet op je bankpas. Ook je naam staat er niet op. Wel krijg je een los papiertje met daarop handgeschreven je bankrekeningnummer.
- De rente is – vanwege de forse inflatie – absurd hoog, tot wel 7,7 procent.
- Online bankieren is ook in Colombia behoorlijk gebruikelijk.
- De pinautomaten hebben een deur en die kan op slot. Wel zo veilig.
- Je krijgt alleen briefjes van 50.000 en 20.000 pesos als je gaat pinnen
- Als je je rekening bij een bepaald filiaal hebt afgesloten, moet je daar terugkomen voor de meeste van je bankzaken. Even een andere vestiging is voor de meeste dingen niet mogelijk.
- De openingstijden van banken zijn ruim, maar soms gaan ze tussentijds wel een uurtje dicht. Wordt je op dat moment net geholpen, dan hoef je het bankgebouw niet uit.
N.B. Pesos pinnen met je Nederlandse bankpas? De koers van de peso fluctueert sterk!